Thuis met kerst © 2011 Christa Graafland
Het is vijf voor drie als zijn secretaresse haar hoofd om de deur steekt.
‘Meneer Houtman, u weet dat de winkels vandaag vroeg sluiten? Om vier uur is alles in de stad dicht.’
‘Ja, en?’
‘U zou zelf de cadeautjes voor uw kinderen ophalen.’
‘Oh, ja, goed dat je het zegt. Ga jij nu al naar huis?’
Ze knikt.
‘U heeft gezegd dat iedereen vandaag wat eerder weg mag.’
‘Ja, ja natuurlijk. Eh, Tanja, welke winkel was het ook weer?’
‘V&D, meneer, op de Hoogstraat. De bovenste etage. U kunt met de roltrap omhoog en dan rechtdoor lopen. De pakjes liggen klaar achter de servicebalie. Het zijn er twee en ze staan op uw naam.’
Voordat ze uitgesproken is kijkt hij alweer in de papieren die op zijn bureau liggen. Ze schudt even misnoegd het hoofd en vervolgt: ‘Ik heb het vliegticket en uw paspoort in het zijvak van uw koffertje gedaan. Alleen het getekende contract moet er nog bij.’ Ze wijst naar de A4-tjes die Houtman aan het bestuderen is.
‘Dank je.’
Goede reis.’ Ze aarzelt en voegt er dan toch aan toe: ‘En fijne feestdagen.’
‘Jij ook, hè, en tot volgende week.’
Terwijl Tanja de deur achter zich dichttrekt schuift Peter Houtman de papieren van zijn bureau de attachékoffer in, sluit de computer af en trekt zijn jasje aan. Als hij het licht uit doet en de deur van zijn kamer sluit, realiseert hij zich dat hij nog iets te doen heeft voordat hij naar huis gaat. Oh, ja, de cadeautjes voor de kinderen.
Het is nog druk in de stad en Houtman kan maar met moeite een parkeerplek in het centrum vinden. Hij schiet een voorbijganger aan om naar de kortste route naar de Hoogstraat te vragen en gaat dan op een holletje met zijn koffertje in de hand naar V&D. Daar staat het op de roltrap omhoog vol met mensen die net als hij nog wat laatste aankopen doen voor de Kerstdagen. Houtman is blij dat hij zo slim is geweest Tanja te vragen de presentjes voor zijn kinderen klaar te laten leggen. De enige bijdrage die hij zelf hoeft te leveren is ze op te halen en te betalen.
Bij de servicebalie staat een rij mensen. Kennelijk is hij niet de enige die slim is geweest. Een grote wandklok geeft aan dat het inmiddels tegen vieren loopt. De man voor hem in de rij knoopt een praatje aan met de mensen voor hem. Als die man dat maar niet met Houtman doet, want daar is deze totaal niet van gediend. Liever zou hij gewoon aan het werk zijn in plaats van hier zijn tijd te verdoen. Nee, hè, daar draait zijn voorganger zich al naar hem om. De man komt hem vaag bekend voor.
‘Meneer Houtman, u hier?!’
‘Eh, ja. Eh…’
‘Wat aardig dat u de moeite neemt om zelf cadeautjes te kopen. Dat zullen niet veel drukbezette directeuren u na doen.’
‘Ik ben even .., u bent ook al weer …’ Houtman ergert zich aan zijn eigen gestuntel.
‘Brandsma, meneer Houtman, van de boekhouding.’ De man lacht breed. ‘Ik begrijp best dat u in zo’n groot bedrijf niet van iedereen de naam kunt onthouden. U bent ook zoveel op reis.’
Brandsma gebaart naar de rij voor hen.
‘Het schiet best wel op, hoor. Voor u het weet bent u thuis bij de kids. Dat zullen ze fijn vinden, als u de feestdagen met hen doorbrengt. Zelf neem ik altijd een paar dagen extra op, dan gaan we met het hele gezin leuke dingen doen in de vakantie. Ze worden zo snel groot, niet waar? Daar moet je van genieten. Nou, ik ben aan de beurt.’
De winkeljuffrouw zet een paar grote pakketten voor Brandsma op de balie. Hij draait zich kort naar zijn baas toe en grinnikt: ‘Ziet u het al voor u, meneer Houtman? De kinderen om de beurt op die slee? En als er geen sneeuw ligt heb ik een mooie leren voetbal in de aanbieding en voor ’s avonds Trivial Pursuit, met een kinderversie. Mijn vrouw zorgt voor de warme chocomel en speculaas. Misschien heel ouderwets, maar wij genieten er allemaal van.’
‘Hoe oud zijn je kinderen, Brandsma?’
‘Net zo oud als die van u, meneer Houtman. Onze Leon zit bij uw Michiel in de groep en onze Merel bij uw Karin.’
‘Aha. Dezelfde groep, juist. Je hebt er dus een van …’
‘Een jongen van acht en een meisje van zeven.’
Brandsma rekent af, hangt de slee om zijn schouder, duwt de bal onder zijn ene arm en het spel onder de andere.
‘Dag meneer Houtman, fijne feestdagen.’
‘Jij ook Brandsma.’
Houtman is de laatste in de rij en alleen zijn pakjes liggen er nog. De juffrouw legt de twee Nintendo’s 3DS op de balie.
‘Zal ik ze inpakken, meneer? En wilt u de spelletjes apart verpakt?’
Houtman reageert niet meteen, want hij ziet in gedachten het verloop van de komende dagen voor zich: zijn kinderen trekken zich terug op hun kamer vol designmeubelen en spelen met hun nieuwe spelcomputer, terwijl de huishoudster hun elk een dienblad met de avondmaaltijd brengt. Hij en zijn vrouw kleden zich in gala om een duur diner te gebruiken in een sterrenrestaurant. En op tweede Kerstdag gaat hij naar Schiphol om voor zaken naar China te vliegen. Precies zoals altijd. Zoals hij het altijd prettig vond. Maar dat was voordat hij in de rij achter Brandsma terecht kwam.
Houtman schuift gedecideerd de Nintendo’s aan de kant.
‘Nee, juffrouw, dat is een vergissing. Ik had andere cadeautjes besteld.’
De winkeljuffrouw kijkt hem vragend aan. Hij legt haar uit wat hij wil en net voor sluitingstijd verlaat hij de winkel. Onder zijn ene arm een leren voetbal, een gezelschapsspel onder de andere en om zijn schouder een slee.
En bij de servicebalie van V&D blijft tot ver na de Kerstdagen een attachékoffertje staan.
‘Meneer Houtman, u weet dat de winkels vandaag vroeg sluiten? Om vier uur is alles in de stad dicht.’
‘Ja, en?’
‘U zou zelf de cadeautjes voor uw kinderen ophalen.’
‘Oh, ja, goed dat je het zegt. Ga jij nu al naar huis?’
Ze knikt.
‘U heeft gezegd dat iedereen vandaag wat eerder weg mag.’
‘Ja, ja natuurlijk. Eh, Tanja, welke winkel was het ook weer?’
‘V&D, meneer, op de Hoogstraat. De bovenste etage. U kunt met de roltrap omhoog en dan rechtdoor lopen. De pakjes liggen klaar achter de servicebalie. Het zijn er twee en ze staan op uw naam.’
Voordat ze uitgesproken is kijkt hij alweer in de papieren die op zijn bureau liggen. Ze schudt even misnoegd het hoofd en vervolgt: ‘Ik heb het vliegticket en uw paspoort in het zijvak van uw koffertje gedaan. Alleen het getekende contract moet er nog bij.’ Ze wijst naar de A4-tjes die Houtman aan het bestuderen is.
‘Dank je.’
Goede reis.’ Ze aarzelt en voegt er dan toch aan toe: ‘En fijne feestdagen.’
‘Jij ook, hè, en tot volgende week.’
Terwijl Tanja de deur achter zich dichttrekt schuift Peter Houtman de papieren van zijn bureau de attachékoffer in, sluit de computer af en trekt zijn jasje aan. Als hij het licht uit doet en de deur van zijn kamer sluit, realiseert hij zich dat hij nog iets te doen heeft voordat hij naar huis gaat. Oh, ja, de cadeautjes voor de kinderen.
Het is nog druk in de stad en Houtman kan maar met moeite een parkeerplek in het centrum vinden. Hij schiet een voorbijganger aan om naar de kortste route naar de Hoogstraat te vragen en gaat dan op een holletje met zijn koffertje in de hand naar V&D. Daar staat het op de roltrap omhoog vol met mensen die net als hij nog wat laatste aankopen doen voor de Kerstdagen. Houtman is blij dat hij zo slim is geweest Tanja te vragen de presentjes voor zijn kinderen klaar te laten leggen. De enige bijdrage die hij zelf hoeft te leveren is ze op te halen en te betalen.
Bij de servicebalie staat een rij mensen. Kennelijk is hij niet de enige die slim is geweest. Een grote wandklok geeft aan dat het inmiddels tegen vieren loopt. De man voor hem in de rij knoopt een praatje aan met de mensen voor hem. Als die man dat maar niet met Houtman doet, want daar is deze totaal niet van gediend. Liever zou hij gewoon aan het werk zijn in plaats van hier zijn tijd te verdoen. Nee, hè, daar draait zijn voorganger zich al naar hem om. De man komt hem vaag bekend voor.
‘Meneer Houtman, u hier?!’
‘Eh, ja. Eh…’
‘Wat aardig dat u de moeite neemt om zelf cadeautjes te kopen. Dat zullen niet veel drukbezette directeuren u na doen.’
‘Ik ben even .., u bent ook al weer …’ Houtman ergert zich aan zijn eigen gestuntel.
‘Brandsma, meneer Houtman, van de boekhouding.’ De man lacht breed. ‘Ik begrijp best dat u in zo’n groot bedrijf niet van iedereen de naam kunt onthouden. U bent ook zoveel op reis.’
Brandsma gebaart naar de rij voor hen.
‘Het schiet best wel op, hoor. Voor u het weet bent u thuis bij de kids. Dat zullen ze fijn vinden, als u de feestdagen met hen doorbrengt. Zelf neem ik altijd een paar dagen extra op, dan gaan we met het hele gezin leuke dingen doen in de vakantie. Ze worden zo snel groot, niet waar? Daar moet je van genieten. Nou, ik ben aan de beurt.’
De winkeljuffrouw zet een paar grote pakketten voor Brandsma op de balie. Hij draait zich kort naar zijn baas toe en grinnikt: ‘Ziet u het al voor u, meneer Houtman? De kinderen om de beurt op die slee? En als er geen sneeuw ligt heb ik een mooie leren voetbal in de aanbieding en voor ’s avonds Trivial Pursuit, met een kinderversie. Mijn vrouw zorgt voor de warme chocomel en speculaas. Misschien heel ouderwets, maar wij genieten er allemaal van.’
‘Hoe oud zijn je kinderen, Brandsma?’
‘Net zo oud als die van u, meneer Houtman. Onze Leon zit bij uw Michiel in de groep en onze Merel bij uw Karin.’
‘Aha. Dezelfde groep, juist. Je hebt er dus een van …’
‘Een jongen van acht en een meisje van zeven.’
Brandsma rekent af, hangt de slee om zijn schouder, duwt de bal onder zijn ene arm en het spel onder de andere.
‘Dag meneer Houtman, fijne feestdagen.’
‘Jij ook Brandsma.’
Houtman is de laatste in de rij en alleen zijn pakjes liggen er nog. De juffrouw legt de twee Nintendo’s 3DS op de balie.
‘Zal ik ze inpakken, meneer? En wilt u de spelletjes apart verpakt?’
Houtman reageert niet meteen, want hij ziet in gedachten het verloop van de komende dagen voor zich: zijn kinderen trekken zich terug op hun kamer vol designmeubelen en spelen met hun nieuwe spelcomputer, terwijl de huishoudster hun elk een dienblad met de avondmaaltijd brengt. Hij en zijn vrouw kleden zich in gala om een duur diner te gebruiken in een sterrenrestaurant. En op tweede Kerstdag gaat hij naar Schiphol om voor zaken naar China te vliegen. Precies zoals altijd. Zoals hij het altijd prettig vond. Maar dat was voordat hij in de rij achter Brandsma terecht kwam.
Houtman schuift gedecideerd de Nintendo’s aan de kant.
‘Nee, juffrouw, dat is een vergissing. Ik had andere cadeautjes besteld.’
De winkeljuffrouw kijkt hem vragend aan. Hij legt haar uit wat hij wil en net voor sluitingstijd verlaat hij de winkel. Onder zijn ene arm een leren voetbal, een gezelschapsspel onder de andere en om zijn schouder een slee.
En bij de servicebalie van V&D blijft tot ver na de Kerstdagen een attachékoffertje staan.