Ontmoeting © 2009 Christa Graafland
Ik
maak nooit iets mee. Maar, vanochtend, toen ik aan het hardlopen was met Max,
kregen we ineens gezelschap. We liepen op de Zeedijk toen er van de kant van
Bruinisse een soepel bewegende blonde jogger langszij kwam.
‘Do you mind?’ vroeg hij.He, wat leuk een Amerikaan. Ik schatte hem op midden veertig. Nee, hoor, ik vond het prima dat hij zich bij ons aansloot. Max snuffelde wat aan de man die Brad bleek te heten en leek het wel gezellig te vinden dat we zo ineens met zijn drieën liepen. Het tempo was zodanig dat we allebei genoeg adem hadden om wat te keuvelen. Ik vroeg of hij hier woonde of op vakantie was. Hij kwam me namelijk niet helemaal onbekend voor. Nee, hij was in Nederland voor zaken, maar hij vond het altijd leuk om wat meer van het land te zien dan alleen Amsterdam.
‘Do you live around here? This is a beautiful part of the country’, zei hij. Ik beaamde dat volmondig.
Ik vroeg hem waar hij zelf woonde en hij vertelde dat hij een tijdje geleden in Frankrijk was neergestreken, met zijn vrouw en kinderen. Ze hadden het daar erg naar hun zin, maar zijn vrouw had inmiddels haar oog op Portugal laten vallen. Hij klonk een beetje spijtig.
‘Are you here with your family?’ vroeg ik, met een schuin oog op mijn stopwatch. Tenslotte moest ik wel mijn loopschema in de gaten houden.
‘No, I am here with friends.’ Hij maakte een handbeweging naar beneden. Een eindje verderop zag ik onderaan de dijk een grote zwarte auto staan met twee mannen er naast. Een van hen volgde ons met een verrekijker. Op deze mooie zomerochtend kwam dat wat ‘unheimisch’ over, maar ik had Max bij me, dus wat kon me gebeuren?
‘What do you do for a living?’
‘I am a secretary. And you? Why do you have to go to Amsterdam?’ Hij keek me even van opzij aan, glimlachte naar me en keek weer voor zich.
‘I have an interview today.’
‘Oh, a job interview’, zei ik, blij dat ik meteen het juiste woord voor sollicitatie wist.
‘Uhhhm, yes, sort of.’
‘So you are very international. You are American, you live in France, maybe you will move to Portugal and you have a job interview in Holland.’ Ik was wel een beetje jaloers op deze wereldreiziger.
Inmiddels waren we de auto voorbijgelopen en had mijn loopmaatje nog geen aanstalten gemaakt zich bij zijn vrienden te voegen. Ik besloot door te lopen tot aan Battenoord en vandaar terug naar huis te gaan. Het was aangenaam hardloopweer: droog, zonnig maar met een fris briesje.
‘I will go on for about two kilometers here along the dyke and then I go home.’ Mijn metgezel knikte.
‘You don’t mind if I run along? My friends can wait for me there then.’
‘No problem!’ Ik vond het zo gezelliger dan alleen met Max die toch niets terugzei. We praatten over van alles en nog wat, vakanties, honden, ons favoriete boek en de meest recente film die we gezien hadden. De dijk vloog onder onze voeten langs. Voor we helemaal uitgepraat waren stonden we ineens bij het trapje naar de weg waar de auto al voor mijn gesprekspartner klaar stond. Een van de mannen zat achter het stuur te wachten, de ander hield het portier open. Allebei droegen ze een zonnebril en een zwart pak. Nog een hoed erbij en ze konden zo voor de Blues Brothers doorgaan.
‘You are important’, zei ik, een beetje onder de indruk.
‘Nah, it is all just show’, relativeerde de man naast me. Hij ging door de knieën om uitgebreid afscheid te nemen van Max die zich de knuffels lekker liet aanleunen. Toen stond hij op en gaf me een hand. Voor het eerst keken we elkaar recht aan. Aan wie deed hij me toch denken?
‘I really enjoyed it. You are a very nice person. Thanks for letting me run with you.’ Hij zei het bijna plechtig.
De man die het portier openhield kuchte. Brad gaf me op elke wang een kus. Ik wenste hem succes met het interview. Hij lachte naar me op een prettige manier.
‘Bye, Christina, I have to go now.’
Hij stapte in en stak ten afscheid zijn hand op. Ik keek de auto na voordat ik met Max mijn weg vervolgde.
Thuis gekomen maakte ik koffie en een ontbijtje voor Max en mezelf en schoof met de krant lekker de tuin in. De vrouwelijke korpschef voor Zeeland en de uitspraken van Mark Rutte over de Holocaust-ontkenning zorgden nog steeds voor ophef; een meisje van twaalf kwam om toen ze een ruzie wilde sussen en Angelina Jolie was op zoek naar een huis in Portugal…….
‘Do you mind?’ vroeg hij.He, wat leuk een Amerikaan. Ik schatte hem op midden veertig. Nee, hoor, ik vond het prima dat hij zich bij ons aansloot. Max snuffelde wat aan de man die Brad bleek te heten en leek het wel gezellig te vinden dat we zo ineens met zijn drieën liepen. Het tempo was zodanig dat we allebei genoeg adem hadden om wat te keuvelen. Ik vroeg of hij hier woonde of op vakantie was. Hij kwam me namelijk niet helemaal onbekend voor. Nee, hij was in Nederland voor zaken, maar hij vond het altijd leuk om wat meer van het land te zien dan alleen Amsterdam.
‘Do you live around here? This is a beautiful part of the country’, zei hij. Ik beaamde dat volmondig.
Ik vroeg hem waar hij zelf woonde en hij vertelde dat hij een tijdje geleden in Frankrijk was neergestreken, met zijn vrouw en kinderen. Ze hadden het daar erg naar hun zin, maar zijn vrouw had inmiddels haar oog op Portugal laten vallen. Hij klonk een beetje spijtig.
‘Are you here with your family?’ vroeg ik, met een schuin oog op mijn stopwatch. Tenslotte moest ik wel mijn loopschema in de gaten houden.
‘No, I am here with friends.’ Hij maakte een handbeweging naar beneden. Een eindje verderop zag ik onderaan de dijk een grote zwarte auto staan met twee mannen er naast. Een van hen volgde ons met een verrekijker. Op deze mooie zomerochtend kwam dat wat ‘unheimisch’ over, maar ik had Max bij me, dus wat kon me gebeuren?
‘What do you do for a living?’
‘I am a secretary. And you? Why do you have to go to Amsterdam?’ Hij keek me even van opzij aan, glimlachte naar me en keek weer voor zich.
‘I have an interview today.’
‘Oh, a job interview’, zei ik, blij dat ik meteen het juiste woord voor sollicitatie wist.
‘Uhhhm, yes, sort of.’
‘So you are very international. You are American, you live in France, maybe you will move to Portugal and you have a job interview in Holland.’ Ik was wel een beetje jaloers op deze wereldreiziger.
Inmiddels waren we de auto voorbijgelopen en had mijn loopmaatje nog geen aanstalten gemaakt zich bij zijn vrienden te voegen. Ik besloot door te lopen tot aan Battenoord en vandaar terug naar huis te gaan. Het was aangenaam hardloopweer: droog, zonnig maar met een fris briesje.
‘I will go on for about two kilometers here along the dyke and then I go home.’ Mijn metgezel knikte.
‘You don’t mind if I run along? My friends can wait for me there then.’
‘No problem!’ Ik vond het zo gezelliger dan alleen met Max die toch niets terugzei. We praatten over van alles en nog wat, vakanties, honden, ons favoriete boek en de meest recente film die we gezien hadden. De dijk vloog onder onze voeten langs. Voor we helemaal uitgepraat waren stonden we ineens bij het trapje naar de weg waar de auto al voor mijn gesprekspartner klaar stond. Een van de mannen zat achter het stuur te wachten, de ander hield het portier open. Allebei droegen ze een zonnebril en een zwart pak. Nog een hoed erbij en ze konden zo voor de Blues Brothers doorgaan.
‘You are important’, zei ik, een beetje onder de indruk.
‘Nah, it is all just show’, relativeerde de man naast me. Hij ging door de knieën om uitgebreid afscheid te nemen van Max die zich de knuffels lekker liet aanleunen. Toen stond hij op en gaf me een hand. Voor het eerst keken we elkaar recht aan. Aan wie deed hij me toch denken?
‘I really enjoyed it. You are a very nice person. Thanks for letting me run with you.’ Hij zei het bijna plechtig.
De man die het portier openhield kuchte. Brad gaf me op elke wang een kus. Ik wenste hem succes met het interview. Hij lachte naar me op een prettige manier.
‘Bye, Christina, I have to go now.’
Hij stapte in en stak ten afscheid zijn hand op. Ik keek de auto na voordat ik met Max mijn weg vervolgde.
Thuis gekomen maakte ik koffie en een ontbijtje voor Max en mezelf en schoof met de krant lekker de tuin in. De vrouwelijke korpschef voor Zeeland en de uitspraken van Mark Rutte over de Holocaust-ontkenning zorgden nog steeds voor ophef; een meisje van twaalf kwam om toen ze een ruzie wilde sussen en Angelina Jolie was op zoek naar een huis in Portugal…….